De herkomst Sint Maarten is gebaseerd op een legende. Martinus (Maarten) werd geboren in het jaar 316 in het huidige Hongarije.
Hij werd door de keizer tot ridder geslagen. Op een zeer koude dag in de winter zag Maarten een arme man zonder jas de sneeuw zitten.
Hij stapte van zijn paard af en sneed met zijn zwaard zijn eigen mantel doormidden en gaf de arme man een helft tegen de kou. Hij overleed op 11 november 397 en op de feestdag van deze heilige werd het gebruikelijk om kinderen iets te geven. Sint Maarten wordt gevierd op 11 november, midden in de herfst. De bomen zijn kaal en het is vroeg donker. Het feest is een echt 'lichtfeest' voor kinderen. De traditie is dat kinderen zelf een lantaarntje (lampion) maken van papier, karton, een uitgeholde suikerbiet of pompoen met een kaarsje erin. Hiermee gaan ze 's avonds als het donker is in optocht langs de huizen. Aan de deur zingen ze een aantal liedjes. In ruil hiervoor krijgen ze een kleine attentie, net zoals Sint Maarten die de helft van zijn mantel aan de arme man gaf. Tegenwoordig bestaat de traktaties uit wat snoep, een mandarijn of bijvoorbeeld een stuiver. In Limburg wordt het Sint Maarten verhaal vaak nagespeeld. Dan rijdt 'Sint Maarten' op een paard door de straten met allemaal kinderen met lampionnen achter zich aan. Soms wordt er voor de volwassenen ook een Sint-Maartens vuur ontstoken, te vergelijken met een paasvuur. Omdat 11 november lange tijd het begin was van de veertig dagen durende vastentijd vóór Driekoningen op 6 januari, namen ook volwassenen het er deze dag goed van, zoals het eten van de Sint-Maartensgans.
Fijne Avond Truus
Geen opmerkingen:
Een reactie posten